Gemeenten moeten zo snel als mogelijk gaan stoppen met het stellen van allerlei beperkende voorwaarden aan de starterslening. Dat zei Maxime Verhagen – voorzitter van Bouwend Nederland – in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen.
Verhagen: “Startersleningen waren bedoeld om het voor starters makkelijker te maken om een huis te kopen. Door iets meer te kunnen lenen en in het begin niet te hoeven aflossen op de hypotheek, zodat de maandlasten wat lager zijn. Maar door heel veel extra regeltjes en rare voorwaarden is de starterslening nu eerder een blokkade dan een steuntje in de rug. De starter moet bijvoorbeeld al woonachtig zijn in die gemeente of een sociale huurwoning achterlaten. Veel starters komen daardoor dus niet in aanmerking voor een starterslening. En als ze daar wel voor in aanmerking komen, dan willen ze de lening niet vanwege de ongunstige voorwaarden en bijkomende kosten”.
Verhagen wijst er voorts op dat in het recent afgesloten Woonakkoord is toegezegd dat het Rijk extra geld voor startersleningen beschikbaar stelt via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). “Iedereen heeft er belang bij dat de startersregeling goed werkt: starters, woningverkopers, banken en het Rijk. En ook de gemeenten, want stilstand op de woningmarkt levert de gemeente veel minder op aan grondopbrengsten, leges en ozb”.