Veel geldverstrekkers houden bij een relatiebreuk vast aan bestaande normen voor de maximale omvang van een hypotheek. De AFM benadrukt dat de wet dit niet vereist en dat het niet in alle gevallen in het belang van de klant is. Deze normen gelden voor het aangaan en verhogen van een hypotheek en zijn bedoeld om overkreditering te voorkomen. Bij bijzondere situaties, zoals relatiebreuk, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, leidt het onverkort toepassen van deze normen tot problemen.
Als door het verbreken van de relatie de hypotheeklasten niet kunnen worden betaald, kan verkoop van de woning een oplossing zijn. Gedwongen verkoop moet echter zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarbij zou beoordeeld moeten worden of een houdbare financiële situatie gecreëerd kan worden, ook als dat afwijkt van de normen die bij een nieuwe of verhoogde lening gehanteerd worden. Een maatwerkbeoordeling is op zijn plaats. Een toets op basis van de werkelijke woonlasten en het huidige inkomen is daarbij een redelijk uitgangspunt, aldus de AFM. Ook kan de hypotheekaanbieder bezien of er mogelijkheden zijn om (tijdelijk) binnen de bestaande hypotheek de maandlasten te verlagen.
De AFM is in gesprek met Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW, de uitvoerder van de NHG) en vertegenwoordigers van hypotheekaanbieders, die voor deze situaties normen ontwikkelen. Betrokken partijen verwachten dit najaar met concrete aanbevelingen te komen.
Voor ondersteuning en/of advies; bel www.middenbrabantadvies.nl